VOORKOMEN Neptunium komt slechts in uiterst kleine hoeveelheden (schatting: 4.10-17 %) voor in de natuur; zeer kleine sporen van 237Np worden aangetroffen in uraanerts afkomstig uit de Democratische Republiek Congo. Deze isotoop ontstaat doordat uraan in het erts neutronen invangt. Ook in maansteen zijn zeer kleine sporen neptunium gevonden.
NAAM De naam van dit element is afkomstig van de planeet Neptunus, die genoemd werd naar de Romeinse god van de zee. Deze planeet volgt in ons zonnestelsel op de planeet Uranus, waarnaar uraan werd genoemd. De naam werd gekozen omdat het element in het periodiek systeem op uraan volgt.
ONTDEKKING/BEREIDING Neptunium is het eerste element uit de reeks van de transuranen dat via nucleaire techniek werd bereid. In 1940 slaagden E. M. MacMillan (Nobelprijswinnaar in 1951) en P.H. Abelson (Berkeley Universiteit - Californië) erin dit element te bereiden door uraan in een cyclotron met neutronen te bombarderen: (de halveringstijd van 239Np bedraagt 2,35 dag; het gaat onder uitzenden van bčta-stralen over in 239Pu).
BEREIDING NU In kernreactoren wordt - als bijproduct - 237Np gevormd, in hoeveelheden van kilogrammen. De 'wereldvoorraad' wordt geschat op ca. 100 kg. 237Np is een zwakke b-straler en wordt daarom gebruikt voor het onderzoek naar de chemische eigenschappen van neptunium. Van neptunium zijn 15 isotopen bekend, met een massagetal van 228 –242 en een halveringstijd variërend van 60 sec. tot 2,14.106 jaar. Technisch worden alleen de isotopen 237Np en 239Np gemaakt; zij dienen als tussenproduct voor de bereiding van andere transuranen. Het metaal kan worden bereid door reductie van het trifluoride met barium- of lithiumdamp bij ca. 1.200 °C.
TOEPASSING neutronendetector 237Np-verbindingen
|