VOORKOMEN Curium is (nog) niet aangetroffen in de natuur; het zou in uiterst kleine hoeveelheden in uraanertsen of -mineralen kunnen voorkomen.
NAAM Curium werd door de wetenschappers die dit element voor het eerst maakten, genoemd naar Marie en Pierre Curie, als eerbetoon voor het baanbrekende werk dat zij bij de ontdekking, verwerking en bestudering van de eigenschappen van radium hebben verricht.
ONTDEKKING/BEREIDING Curium (242Cm) werd in 1944 gemaakt door G. T. Seaborg, R. A. James en A. Ghiorso. De ontdekking werd gedaan aan de Universiteit van Chicago, door het team van de Berkeley Universiteit. Zij beschoten plutonium met alfa-deeltjes:
BEREIDING NU Tegenwoordig kan curium worden bereid in wat grotere hoeveelheden door beschieting van 239Pu met neutronen in een reactor met een hoge dichtheid aan neutronen. 244Cm wordt op kilogramschaal verkregen, 242Cm op milligramschaal. De wereldvoorraad aan curiumverbindingen wordt geschat op enkele kilogrammen. Van curium zijn 14 isotopen bekend, met een massagetal van 238 tot 250 en met halveringstijden van 64 minuten tot 16 miljoen jaar. Het metaal werd in 1950 bereid door B. B. Cunningham, Crane en Wallmann, door reductie van curiumfluoride met barium (in vacuüm bij 1.100 – 1.300 °C).
TOEPASSINGEN Toepassingen als ontleedbare stof (verbinding): lichtgevende tabletjes (Cm2O3) onderzoek naar superzware elementen in deeltjesversnellers (248Cm-verbindingen) stralingsbron bij onderzoek materiaaleigenschappen (sterke a-straler) warmtebron in nucleaire batterijen, die dienen als stroomvoorziening in satellieten en in bepaalde soorten pacemakers (verbindingen van 242Cm of 244Cm)
|