Hij was één van de internationaal befaamde “Hollandse scheikundigen”, samen met J. B. Deiman, A. Lauwerenburgh, N. Bondt, P. Nieuwland en W. Vrolik. Hij was koopman te Amterstam, waar hij tevens raadslid en wethouder was.
Hij slaagde er als (één van de) eerste(n) in water te splitsen en de waterstof te verbranden tot water.