Geboren : 16 mei 1763 in Saint-Andrée d’Hébertat (Calvados) Overleden : 14 november 1829 in Saint-Andrée d’Hébertat Frans scheikundige. Studie / Loopbaan Op 13-jarige leeftijd werd hij apothekersleerling in Rouen. Van 1779 – 1788 was hij achtereenvolgens knecht, leerling en medewerker van A. F. de Fourcroy in Parijs. In 1793 werkte hij in een apotheek in Melun. In 1794 werd hij hoogleraar in de scheikunde aan de Ecole des Mines (Parijs) en docent aan de École Polytechnique. In 1801 hoogleraar aan het Collège de France en in 1803 directeur van de pas opgerichte École Spéciale de Pharmacie. Van 1804 – 1811 was hij hoogleraar aan de Jardin des Plantes en van 1811 – 1829 aan de medische faculteit van de Sorbonne, als opvolger van Fourcroy. .
Belangrijkste werk In 1797 ontdekte hij chroom, in 1798 beryllium en in 1804 – onafhankelijk van S. Tennant – osmium. Hij bepaalde de samenstelling van aluin en isoleerde (1806) samen met P. J. Robiquet, het eerste aminozuur dat werd ontdekt: asparagine.
|