Seizoenen 2004-2050

Het begin van de jaargetijden.

Het meest exact is DT (dynamische tijd): dit is de tijd zoals die wordt bijgehouden door de atoomklokken. Het meest gebruikt is UT (universele tijd, voorheen Greenwich Mean Time, GMT), waarin wordt rekening gehouden met het feit dat de aarde steeds langzamer gaat draaien. Alleen weten we nog niet precies hoeveel langzamer, en eigenlijk kan het verschil met DT pas achteraf, door observatie, worden vastgesteld.
De gegeven tijden zijn dus schattingen op grond van extrapolaties -- hoe verder in de toekomst, hoe onzekerder. NT is Nederlandse tijd, dat is UT plus 1 uur in de winter en nog 1 uur in de zomer.
Aangenomen is dat de zomertijd blijft bestaan volgens de huidige regel, van het laatste weekeinde in maart tot het laatste weekeinde in oktober.

De berekeningen zijn benaderingen volgens Jean Meeus' onvolprezen Astronomical algorithms (2e editie, Willmann-Bell, 1998, hoofdstuk 27: 'Equinoxes and solstices').
De gegeven waarden voor DT wijken zelden meer dan een halve minuut af van de nog nauwkeuriger berekeningen volgens de complete VSOP87-theorie.